De vakbonden reageren woedend. Er ontstaat een situatie waarin Kabinet en de sociale partners (werknemers en werkgevers) onverzoenlijk lijken. Premier Balkenende geraakt door een infectie in zijn voet in het ziekenhuis, waardoor Vice-premier Zalm de zaak enkele maanden waarneemt. Het is niet eerder dan dat Balkenende uit het ziekenhuis komt, voordat er een sociaal akkoord wordt ondertekend.
Vooral het Kabinetsvoorstel tot loonmatiging schoot FNV vakbondsleider Lodewijk de Waal in het verkeerde keelgat. Minister van Sociale Zaken, Aart-Jan de Geus die wettelijk afgedwongen loonmatiging niet uit wilde sluiten, gooide met deze opmerking extra olie op het vuur.
Het FNV hield een referendum onder haar leden, waarin 56% procent akkoord ging met loonmatiging. Volgens de werkgevers was loonmatiging de enige maatregel om de economie weer snel op gang te krijgen.
Hoe anders is de lezing van oud-Minister Aart-Jan de Geus over deze gebeurtenissen.
Aart-Jan de Geus is tegenwoordig Gedeputeerd Secretaris-Generaal van de DSG divisie voor de OECD.
Terwijl Balkenende IV met hoge belastingen en hoge uitgaven Nederland weer terugleidt naar de economische malaise van 2002, verkoopt Aart-Jan de Geus via consultancy-diensten zijn eigen zegeningen, uit het Kabinet Balkenende II, aan de wereld.
Tijdens aanpak van de sociale voorzieningen was het voor Kabinet Balkenende II belangrijk om consensus te vinden bij de sociale partners, en om de verantwoordelijkheden te delen. Dit is voor de Geus soms een lastige tijd geweest, gezien de demonstratie in den Haag (woorden van de Geus) waar een half miljoen (woorden van de Geus) mensen naartoe kwamen.
Verbazingwekkender is de lezing die de Geus geeft over de relatie met de vakbonden en hoe de onderhandelingen zijn gegaan over de loonmatiging.
Aart-Jan de Geus vertelde tijdens een persconferentie (klik op “aartjan de geus”) voor The American Enterprise Institute het volgende.
Bij bespreking van de hervormingsmaatregelen om de economie te redden vroegen de vakbonden hoe zij konden bijdragen. De Geus stelde dat hun bijdrage loonmatiging zou zijn. De vakbonden klaagden, ze waren van mening dat ze al zoveel moesten inleveren, hoe zou loonmatiging daar nog bij kunnen? De Geus antwoordde dat de vakbonden helemaal niks inleverden, en loonmatiging zou hun bijdrage worden.
Ze moesten die loonmatiging alleen verkopen als overwinning en niet als een verlies (!). Later kwamen de vakbonden hiermee terug en was loonmatiging opeens bespreekbaar.
Aart-Jan de Geus voegt het volgende toe aan zijn lezing. De vakbonden zouden de lof opstrijken voor het sociaal akkoord. De Geus hoefde zelf geen bloemen te ontvangen voor zijn werk, hij wilde alleen een handtekening.
De lezing van de Geus klinkt al heel wat gemoedelijker dan de sociale onrust van 2003 zou doen vermoeden. Naar de lezing van de Geus ging het om ordinaire koehandel.
De Geus suggereert alsof de vakbonden niet optraden als strijders van het werknemersbelang, maar als sussers die het boze volk dom en rustig moest houden. De vakbonden traden op als verlengstuk van het Kabinet, terwijl zij in de media precies het tegenovergestelde beeld schetsten.
Deze lezing schetst dan ook een heel ander beeld van de vakbonden, dan het imago waarmee de vakbonden zichzelf graag willen presenteren.