Verkeersveiligheid is officieel het hoofdzakelijke argument om Nederland geheel vol te planten met flitspalen. In het verleden heb ik hier dan ook vele discussies over gevoerd. Inmiddels blijkt overduidelijk dat de discussie over verkeersveiligheid slechts een afleidingsmanouvre is om gewoon ordinair de Staatsinkomsten te vergroten.
Maar ten tijde dat deze discussie nog actueel was en nuttig werd gevonden, vroeg ik mij af, waarom willen we dat de overheid het aantal verkeersdoden reduceert? Dat zijn eigenlijk twee termen in één zin. Willen we wel dat het aantal verkeersdoden daalt, en willen we dat de overheid dit doet? In rampjaar 1974 vielen er in Nederland zo’n 3200 verkeersdoden en iedereen kende wel iemand die op deze manier zijn leven had verloren.
Dat reductie van het aantal verkeersdoden een goede zaak is, is geen objectieve uitspraak. We hechten er immers waarde aan dat dit cijfer daalt. We willen onze geliefden niet verliezen. Als de statistiek zuiver objectief zou zijn, dan hadden we ook kunnen zeggen, laat het maar voor wat het is. Zodra de objectieve statistiek een conclusie of een opvolging krijgt, is men in het subjectieve getreden.
Dat de overheid iets aan verkeersveiligheid moet doen is een andere subjectieve stelling. Sommigen denken nu eenmaal dat als de overheid niks doet, dat er niks gebeurt. Het cijfer is voornamelijk gedaald door autoveiligheid en druk verkeer. Maar goed. Niemand wil zijn geliefde verliezen aan een verkeersongeval. Daarom is die emotie universeel.
De abortus opinie is niet universeel; zoals we onlangs op HVV in diverse artikelen konden lezen. Erik van de website “God Voor Dommen” schreef immers, laat een medicus het moment vaststellen dat een phoetus pijn voelt en dat moet dan ongeveer de abortusgrens worden. Een ander zal menen dat het leven begint na de bevruchting. In beide opinies zit geen waarheid, wel waarde. Schrijver Erik meent dat het bewust voelen van pijn een doorslaggevend argument is om een organisme moreel te mogen doden. Maar die conclusie volgt uit het criterium. Het kiezen van het criterium is subjectief.
Waarom zou die “pijngrens” dan het criterium moeten zijn, en niet bijvoorbeeld de massa van de phoetus? Een massa is immers ook objectief vast te stellen. Op dit moment kiest men voor tijd en dat is niet veel objectiever dan de massa van de phoetus. Criteriumkeuze is subjectief, en de waarde die men hecht wordt meestal in de onderbouwing van de criteriumkeuze ondergebracht.
Blijkbaar hecht Erik waarde aan het voelen van pijn. Dat is begrijpelijk, maar niet voor iedereen een doorslaggevend argument. Als we Erik’s criterium extrapoleren; een boom voelt geen pijn. Toch voelen velen kijkers wél pijn als de boom wordt omgehakt. Dat is ook begrijpelijk want een boom moet wel een paar jaartjes groeien voordat je erin kunt klimmen en een boomhut kunt maken. En als we het over de “pijngrens” hebben, zouden we ons als kind niet meer schuldig hoeven voelen als we met een vergrootglas in de zon mieren proberen te verbranden? Een mier heeft immers een niet bepaald ontwikkeld zenuwensysteem om pijn te kunnen voelen.
Misschien moeten we het pijn argument niet extrapoleren en het specifiek toepassen op abortus. Dat kan. Als je mag aborteren op de pijngrens, maar het verbranden van mieren met een vergrootglas is schandalig, dan hechten we meer waarde aan het leven van de mier dan aan een verwekt mensenkind. Die keuze kun je maken natuurlijk en het is makkelijker als je er verder niet te diep over nadenkt. Niet te diep nadenken is ook een keuze.
De phoetus die geaborteerd wordt; of het nu pijn voelt of niet, zal bloed uitstoten. Dat is een teken van leven. Het is dus aan de andere kant begrijpelijk dat andere mensen de bevruchting zien als het begin van het leven. Dat is dus een andere waarde die wordt gehecht aan dezelfde gebeurtenis, met onderbouwing.
Kortom, het gaat in deze korte bespreking over twee opvattingen met twee totaal verschillende waardensystemen. Het gaat niet om waarheid, maar om de waarde die wordt gehecht aan een bepaalde zaak.
De tegenstellingen van waardensystemen kom je overal tegen. In de onderwerpen van Global Warming, de oorlogen in het Midden-Oosten, de kritiek op Islam, inzake overheidsingrijpen of juist terugtreden.
Een veel belangrijkere waarneming. In Nederland hebben mensen in mindere mate respect voor andermans waarden systeem. Men wil de eigen waarden opleggen aan de ander. Alle partijen maken zich hieraan schuldig, Christenen, Moslims, Atheïsten en Socialisten. Ongeacht welk waardensysteem je aanhangt, je hebt hier klein of groot last van.
Hoe het beter kan. Bush sprak zijn allereerste veto uit over de financiëring van stamcel onderzoek. Dit is in de Nederlandse media gepresenteerd als “Bush verbied stamcel onderzoek”. Ronald Plassterk zei destijds tegen Radio 1, dat hij het onbegrijpelijk vond dat Bush stamcel onderzoek had verboden, omdat er zoveel goede resultaten worden verwacht.
Bush verbood iets anders. Namelijk dat belastinggeld gebruikt zou worden om stamcel onderzoek te financiëren. Bush vond dat Christenen die hier falikant tegen zijn, hier niet aan mee moesten betalen via de belastingen. Bush heeft niet verboden dat particulieren stamcel onderzoek zouden financiëren. Iedereen mag zijn spaargeld er naar toesturen, ieder bedrijf mag er geld in stoppen. Het onderzoek kon dus gewoon doorgaan. En zo kregen de tegenstanders en voorstanders beiden hun zin!
Democratischer kan niet. Maar Ronald Plassterk vindt het logischer dat Christenen via de belastingen verplicht worden om mee te betalen aan zaken waar ze falikant tegen zijn. Wat dat betreft is Bush de betere democraat. De Nederlander is wat dat betreft eerder een tiran voor zijn tegenstander; in welk kamp je ook zit.
Natuurlijk kunnen we in Nederland andermans waardensysteem niet respecteren. De tegenstander legt zijn waardensysteem aan ons op via de overheid. En als *wij* aan de macht zijn, leggen we ons waardensysteem op aan de tegenstander. En dit is de eeuwig durende cirkel in de polder.
Omdat Nederlanders levensbeschouwelijke waarden bij de overheid neerleggen, kunnen wijzelf geen andere keuze maken dan onze buurman. Als ik een ander waardensysteem heb dan mijn buurman, dwingt de overheid ons beiden steeds vaker tot dezelfde keuze, en we zijn beiden ontevreden!
Dat is niet zo vreemd. Sinds de ontkerkelijking in de jaren zestig, zijn onze politici verworden tot plaatsvervangende dominees, met de verkiezingsbeloftes als de moderne messias.
De weg die Nederland en de EU zijn ingeslagen is de weg van de totalitaire bemoeizucht. Als wij in de toekomst nog in vrijheid willen leven, zullen we in de eerste plaats, wederzijds, andere waardensystemen moeten respecteren en dus ook respect moeten opbrengen voor overbrugbare meningsverschillen.
We zullen wederzijds de bemoeizucht moeten bestrijden. Dus niet alleen de bemoeizucht van de ander, maar ook de bemoeizucht van onszelf; aan welke kant je ook staat. Daarmee bedoel ik dus ook het intolereren van intolerantie.
Tot nu toe kregen we uit het spel wat we hebben gegeven. Misschien moet dat spel eens veranderen. En als we het niet doen ziet de toekomst er zuur uit voor ons allemaal, in welk kamp je ook zit.
0 reacties:
Een reactie posten