In het boek van Frits Bolkestein is te lezen dat Europese samenlevingen sinds de Verlichting, het gevoel hebben dat onze cultuur in rap tempo afbrokkelt.
Voor Christenen was het leven een voertuig naar het ideaal, het hiernamaals. Sinds de Velichting bestaat de opvatting dat het Paradijs op aarde is. Als het Paradijs op aarde is, dan kan de mens zelf de toekomst bepalen.
In de Christelijke cultuur bestonden een aantal normen en waarden, dat neerkwam op, jongens doe een beetje aardig tegen elkaar. Het gedrag tijdens het leven was bepalend voor het oordeel bij de Hemelpoort, wel of niet naar binnen. In het dagelijks leven zag God alles, en dat was een hele goede reden om je een beetje fatsoenlijk te gedragen.
Het fundamentele verschil met een idealist is het toekomstbeeld. Een Christen ziet een groot deel van de toekomst toch als verantwoordelijkheid van God. De idealist is van mening dat ie zelf wat moet doen voor die betere toekomst. Hij heeft daar een grotere behoefte aan, dan de Christen.
Een Christen zit wat dat betreft in de bus en babbelt met zijn medepassagiers. De idealist wil zelf achter het stuur zitten en hangt een bordje op “niet praten met de chauffeur”.
De Christen vindt spiritualiteit in zijn geloof.
De idealist mystificeert en spiritualiseert doodgewone zaken. De idealist neemt een handeling die hij als deugd ziet, bijv. barmhartigheid voor arme mensen, en vervolgens verheerlijkt de idealist deze deugd in pure vorm. Dat is een vorm van campagne voeren natuurlijk. Veel van de idealistische deugden komen uit de Christelijke cultuur, de idealist gaat er iets anders mee om.
We zien in de Westerse wereld de scheiding tussen kerk en Staat als verworvenheid. Maar zeker in Europa denken we anders over scheiding tussen idealisme en Staat. Terwijl de narigheid van vermenging vergelijkbaar is.
Door het politiek maken van puurheid en deugd, verliest idealisme zijn onschuld.
Overheden hebben namelijk maar drie talenten, dwang (of geweld), bureaucratie en het verdelen van geld. Als je de overheid een bepaalde taak geeft, zal de uivoering altijd volgens de lijnen van deze drie talenten lopen. Daarom is een dienst die je via de overheid koopt, altijd veels te duur.
Het idealisme verliest daarom haar onschuld. Idealisten onder het volk, stellen geen grenzen om de puurheid van een bepaalde deugd te bereiken. Jan Mulder riep regelmatig bij Barend en van Dorp, “het gaat om het principe, principes staan voorop, dan moet geld toch geen probleem zijn”. Idealisten stellen geen grenzen aan de offers die ze van anderen eisen. In naam van puurheid en deugd kan men erg ver gaan. Deze eigenschap maakt een idealist levensgevaarlijk voor de offerbrengers.
Er is ook de politicus. Die is er om de overheid een opdracht te geven. De politicus weet wanneer de Staatskas leeg is, en zal dus keuzes moeten maken. Hij kent de harde realiteit van de Euro en zal dus grenzen stellen, het einde van de schatkist dwingt hem daartoe.
Toch zal menig politicus gebruik maken van zogenaamde idealistische ideeën, in communicatie naar het volk. Het volk trapt er namelijk in.
Nederlanders begrijpen steeds minder van de financiële werkelijkheid. Het volk discussiert mee over deugd, puurheid en idealisme, thuis, in de kroeg of in de media. Maar geld denken ze meestal niet aan. De aandacht gaat volledig naar dat mooie plan, men denkt niet aan de kosten. De politicus is daarin handig, een autoverkoper spreekt ook zo laat mogelijk over de prijs.
Daarom stijgen de belastingen altijd, zullen ze nooit dalen. Het volk stemt er stilletjes mee in. Het is wel goed dat die ene deugd geregeld wordt, dat zus en zo plan wordt gerealiseerd. En het volk wordt gepamperd. Het is wel makkelijk dat je om bepaalde problemen niet meer druk hoeft te maken.
En toch gaat het allemaal flink mis.
Iedere samenleving heeft problemen met criminaliteit, hufterigheid en andere zaken. Zolang dit randverschijnselen zijn, kan men de overheid vragen om hier iets aan te doen. Zodra onwenselijk gedrag normaal wordt, stagneert de samenleving. En dat is wat momenteel in Nederland gaande is.
Het volk wordt voor de gek gehouden met allerlei idealismen, maar wat in den Haag afspeelt is een ordinaire strijd om welvaart. Idealisme is slechts de goedpraterij geworden om geld naar een bepaald doel te sluizen. De VVD doet dit voor ondernemers, het CDA doet dit voor Christenen, de PvdA doet dit voor zielige mensen én ambtenaren.
Veel idealismen zijn ontstaan als antwoord op een creperend volk. Armoede, ziekte, milieu. Maar we creperen niet meer, we hangen het “isme” aan dat ervoor zorgt dat het geld onze kant oprolt, en slechts de goedgelovigen weten zich nog te verdrinken in puurheid en deugd. Principes en idealisme bestaan om het volk voor de gek te houden en het werkt nog ook.
Toch, idealisme verliest haar onschuld, omdat het slechts nog dient om zaken goed te praten, terwijl het hoofdmotief gewoon geld is. Al heet het patatmetmayonisme, we willen geld zien en we zijn zelfs bereid iemand aan te wijzen die mag betalen. Dat is meestal iemand die we haten. Met dit gedrag graven we ons eigen graf. Dit welvaartspel loopt namelijk uit de hand, en demografische ontwikkelingen versterken de rampspoed.
In ditzelfde klimaat van welvaartstrijd accepteren we ook leugens. We vinden die leugens zelfs de normaalste zaak van de wereld – iedereen weet dat brandstofaccijns het verkeer niet afremt. De leugen is hooguit een ergernis, een futiliteit, die we steeds weer accepteren in het stemhokje. De toestand van ons moraal tolereert oneerlijkheid, íedere dag.
Op dit moment doet den Haag haar best om ons systeem in stand te houden. Duns Ouray schreef al over de zachte dictatuur. Maar er zijn signalen dat deze dictatuur al wat harder wordt. De leer/werkplicht voor jeugd tot 27 jaar is verkapte slavernij die belastingbetalers moet opleveren. Stalin deed in de dertiger jaren van de vorige eeuw iets vergelijkbaars, om het failliet van zijn communisme af te wenden.
Evenzo, Haagsche Politici zitten vast in hun sociaal democratisch denken, in hun communicatie over puurheid en deugd. En dat geldt nog meer voor het volk. Sommige partijen kampen met een opstandige achterban die een bepaald idealisme afdwingt, terwijl de top verder is gegroeid.
Idealisme heeft zijn onschuld verloren. Afgezien van een aantal hardcore gelovigen ligt de kern in de strijd om welvaart. Dat was vroeger nog voor elites, tegenwoordig doet het volk gewoon mee.
Christenen zijn ondertussen gewoon Christenen gebleven, hebben niet zoveel aan hun spiritualiteit veranderd. Wat dat betreft heeft hun wereldbeeld al het ideologische geweld van de 20e eeuw overleeft. En dat is wat mij nog wel het meeste opvalt.
2 reacties:
Ik zag uw bijdrage op Het Vrije Volk.
Wilt u tegen Loesje zeggen dat onbekommerd met een D is?
MVG & BVD, f
Zeer helder uiteengezet. Je beschrijft onze conditie uitstekend!
Een reactie posten